Joodse baby’s
Twee dagen na de Duitse bezetting belde een Hongaarse moeder de kinderarts. “Zou je naar mijn zoon willen komen kijken?” vroeg ze “Hij huilt al sinds gistermorgen bijna onophoudelijk.”
“Natuurlijk kom ik” antwoordde de dokter “maar ik moet er wel bij zeggen dat al mijn Joodse baby’s huilen.”
Wat wisten Joodse baby’s nu van nazi’s, WOII of genocide? Niets.
Wat ze wisten (overnamen!) was de bezorgdheid en stress van hun ouders. Die kregen ze mee met de melk van hun moeder, de stem van hun vader, de ogen en gespannen lichamen van hun ouders.
Gabor Maté (een arts met bijzondere interesse in de ontwikkeling en trauma’s bij kinderen) toont hiermee de emotionele afstemming tussen een kind en de primaire verzorger. Die emotionele afstemming vormt onze hersenen en onze persoonlijkheid.
Er is geen wereldoorlog of genocide voor nodig om een moeder gestrest of een vader afwezig te laten zijn.
Een kind voelt het, en het heeft een enorme impact op de ontwikkeling van de hersenen en persoonlijkheid.
Valt het jou ook op dat we tegenwoordig zo vaak spreken over AD(H)D, drift, leerproblemen, migraine, angststoornissen, eetstoornissen bij kinderen?
Dat was toch vroeger niet?
Een gemiddeld woonhuis is alleen nog te betalen door tweeverdieners, school is een prachtige vorm van kinderopvang, we zijn eindeloos van huis, hebben moeite met – eenmaal thuis – alles nog zo te organiseren dat we (écht!) tijd hebben voor onze kinderen. Niet alleen de werkdruk maar ook de financiële en de sociale druk ligt hoog.
In al die ontwikkelingen ervaren de kinderen de stress van hun ouders. Ze ervaren hun afwezigheid, zelfs als ze er fysiek gewoon zijn.
De gevolgen daarvan zijn niet gering. Het is dan ook wat mij betreft niet verwonderlijk dat er zoveel meer lichamelijk en geestelijke gezondheidsproblemen zijn bij kinderen.
Hebben we de regie nog?
Kiezen we nog wel bewust?
Voor dit leven, en hoe we het nu doen?
Of hebben we zwaar onderschat wat het doet en mogen we opnieuw naar de tekentafel?